donderdag 31 maart 2011

Zacheus

Zacheüs

Zacheüs was een tollenaar
die rijkdom had verworven.
Het scheelde net een haartje maar
of hij had het verkorven.

Hij wisselde en leende geld
voor vreemden en aan armen.
Hij had zich zo heel rijk geteld
en kende geen erbarmen.

Doch op een dag kwam Jezus langs
en hij wou ook gaan kijken.
Maar dit verlangen had iets bangs.
Hij kon Hem niet bereiken.

Hij was te klein om Hem te zien,
veel kleiner dan de massa,
ja, anders telde hij wel voor tien,
eens thuis en aan de kassa.

Maar hier zo op de straat alleen,
achter die vele mensen,
had hij geen waterkans, niet één.
Het bleef, dacht hij, bij wensen.

Tenzij hij in die hoge boom
voor zijn kantoor kon klimmen.
Daar zat hij dan als in een droom
om wat hij zag te glimmen.

Hij hoorde ook een stem die zei:
Zacheüs, ik wil komen,
bij jou te gast zijn, dat zei Hij.
En hij begon te dromen

hoe alles anders worden kon,
nu Hij die met Zijn preken
zovele mensen voor de Vader won,
zijn naam ook uit wou spreken.

Zo kwam een rijke tollenaar
door Jezus tot nieuw leven.
God, laat ook mij, Uw schuldenaar,
eens zo'n dag beleven.

Uit:  Piet Thomas; Woorddienst (2005)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie kan ik erg waarderen!