zaterdag 22 september 2012

Over oogsten, onkruid en zuster Bertken

De afgelopen weken waren mijn schoonouders op vakantie en hun moestuin stond volledig tot onze beschikking.
Wat heb ik er van genoten, heerlijk weer even een groentetuintje!
Al werd het ook gelijk weer goed duidelijk waarom ik gestopt was....
die rug van mij begon gelijk tegen te sputteren.

Maar pure luxe dus, oogsten zonder zelf te zaaien en onkruid te wieden.
Vorige week sprak ik daar tussen de moestuintjes een andere moestuin - dame.
Ik vroeg haar hoe het ging met haar moestuin,
of ze al veel geoogst had.

Haar antwoord gaf mij te denken:
'Ik heb het zo druk met het wieden van het onkruid
dat ik niet aan het oogsten toe kom!

Hoe herkenbaar soms in mijn eigen leven.
Zo druk zijn met alles wat mis gaat, beter kan en anders moet
dat ik vergeet de zegeningen van elke dag te 'oogsten' en te zien.




Ik moest ineens denken aan een les Nederlands waar we het gedicht van Zuster Bertken behandelden.

Ik was in mijn hoofken om kruud gegaan

Ik was in mijn hoofkijn om kruud gegaan,
Ik en vand er niet dan distel ende doorn staan.
Den distel ende den doorn die wierp ik uut,
Ik zoude gaarne planten ander kruud.
Nu heb ik een gevonden, die gaarden kan;
Hi wil die zorge gaarne nemen an.
Een boom was hoog gewassen in korten tijd,
Dien vond ik uter aarden gebrengen niet.
Dat hinder van den bome merkte hi waal,
Hi toog ‘m uter aarden altemaal.
Nu moet ik hem wezen onderdaan,
Oft hi en wil dat gaarden niet bestaan.
Mijn hoofken moet ik wiên tot alre tijd,
Nochtans en kan ik ‘s klaar gehouden niet.
Hierin zo moet ik zaaien leliënzaad,
Dit moet ik vroeg beginnen in der dageraad.
Als hi daarop laat dauwen, die minre mijn,
Zo zal dit zaaiken schier bekleven zijn.
Die leliën ziet hi gaarne, die minre mijn,
Als zi te rechte bloeien ende zuver zijn.
Als die rode rozen daaronder staan,
Zo laat hij zinen zoete dauw daarover gaan.
Als hi daarop laat schinen der zonnen schijn,
Zo verbliden alle die krachten der zielen mijn.
Jezus is zijn name, die minre mijn!
Ik wil hem eeuwelijk dienen en zijn eigen zijn.
Zijn min heeft mi gegeven zo hogen moed,
Dat ik niet meer en achte dit aardse goed



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie kan ik erg waarderen!