donderdag 3 maart 2011

Twee broden en vijf vissen

WONDERBARE SPIJZIGING
Onze Vader die in de hemelen zijt,
wij danken U voor Uw barmhartigheid,
Uw zoon Jezus – geprezen zij zijn naam –
kwam wederom in ons midden staan
en volbracht, als toen Hij op aarde ging,
een wonderbare spijziging.
Wederom, herderloos als wij zijn,
bevonden wij ons in een woestijn.
Geen voedsel bood het berooid gebied,
het elders kopen konden wij niet.
Maar Hij was met ons in dat oord.
“Geeft hun te eten” klonk zijn woord.
Voorts, nadat men tezamen las
de geringe mondvoorraad die er was,
deed Hij ons zitten groepsgewijs,
nam, toen wij zaten, de vergaarde spijs,
zag op ten hemel, zegende ’t brood,
brak het, - en wat ternauwernood
had kunnen volstaan voor één gezin,
bleek, toen men het uitdelen ging,
voor een geheel volk te volstaan.

Grote dingen hebt Gij aan ons gedaan.
Wij dank U voor Uw barmhartigheid,
onze Vader die in de hemelen zijt.


Uit VERZAMELDE GEDICHTEN 1964
Martinus Nijhoff  1894 - 1953

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie kan ik erg waarderen!